Aan alles komt een einde, maar nog heel eventjes niet!
Elk nadeel heeft zijn voordeel. Dat blijkt maar eens weer omdat mijn lieve vriendje eigenlijk op dit moment naast me had moeten zitten, maar vergeten was een visum aan te vragen en zodoende pas vandaag aankomt, in plaats van woensdag. En dat betekent dat ik ineens toch tijd heb om een allerlaatste blog te schijven aan mijn trouwe lezers :).
Nog 3 weken, en ik zit weer thuis in het vertrouwde Nederland, hoewel ik inmiddels durf te zeggen dat Kameroen ook een beetje mijn thuis is geworden. Hoewel Kameroen en Nederland een verschil zijn
van dag en nacht, heeft Kameroen echt geweldige kanten waar Nederland nog een voorbeeld aan kan nemen.
Kort samengevat heb ik in mijn tijd in Kameroen:
- Zo'n 50 interviews gedaan met vrouwen en mannen, sero positief en sero negatief over HIV en AIDS. Ik heb geweldige gesprekken gehad, indrukwekkende levensverhalen mogen horen en echt een kijkje
mogen nemen in het leven van HIV positieve vrouwen in een maatschappij waarin HIV patiënten angstvallig worden vermeden.
- 2 bevallingen gezien. En een besnijdenis bij een babietje van 10 dagen. Iel en bah en au.
- Veel zwangere buiken gezien, vergeleken en gevoeld. Veel foetushartjes horen kloppen.
- Een wereld Aids dag, een jongeren dag èn een vrouwen dag meegemaakt, waarin heel Kameroen aan het feesten, dansen en marcheren is.
- Een workshop over HIV en AIDS georganiseerd en een lecture gegeven over counseling en HIV en stigma aan ziekenhuispersoneel in Douala.
- Een kerst meegemaakt zonder speciaal kerstdiner of gezellige familiesfeer, kerstavond in de trein en een oud en nieuw met slechts 1 vuurpijl(tje) maar wel op een VIP party van Castel (hèt
biermerk van Kameroen).
- Verschrikkelijk veel aardige mensen ontmoet, maar slechts 3 echte vrienden gemaakt: Cindy, Carole en Kevin.Zij waren de enigen bij wie ik me echt op mijn gemak voelde en me niet het gevoel gaven
dat ze alleen maar met me om wilden gaan omdat ze dachten dat ik heel rijk was of cool wilden doen door met een witte rond te lopen.
- 2 Afrikaanse moeders gekregen! Emilia in Banga Bakundu en Susan in Douala. Die beiden ook nog eens heerlijk Afrikaans kunnen koken.
- Minstens 20 verschillende traditionele Afrikaanse gerechten geprobeerd, waarvan fufucorn met hokaberi toch wel mijn number one favorite is.
- Ik heb 1 keer iemand geslagen. Ja. Omdat hij al 10 minuten aan me zat te plukken en me achtervolgde en me te betasten terwijl ik al 100x gevraagd had of hij me met rust wilde laten, ik
ondertussen aan het bellen was met iemand die ik niet kon verstaan en voor het eerst in een vreemde miljoenenstad was. Ik was nogal gestresst en geirriteerd dus. Wat wel heel grappig was is dat ik
die mep gaf en daarna toeschouwers begonnen te klappen voor me.
- Een keer heeft een bedelaar gedreigd dat hij me zou vermoorden (ik gaf hem namelijk geen geld).
- Een keer ben ik achter op een motor gestapt en is de motor omgevallen. In stilstand. Mijn teennagels waren net gelakt en dus geruïneerd :( .
- Ik heb 1 Kameroenese bruiloft meegemaakt.
- En talloze Afrikaanse kerkdiensten waarin dingen verkondigd worden als dat ziektes een straf van God zijn of bewijs van een slecht leven.
- Ik heb veel discussies proberen aan te gaan met Kameroenezen over onze cultuurverschillen, maar ben er achter gekomen dat de meeste Kameroenezen niet geinterresseerd zijn in hoe het er echt aan
toe gaat in Nederland. Ze blijven graag in hun eigen verzonnen beeld geloven dat alle witten miljonair zijn, niet in God geloven, heidens leven en 'gered moeten worden door de Afrikanen'. Ze zijn
er allemaal van overtuigd dat wij misschien materieel gezien voorlopen of Afrika, maar dat Afrika spiritueel voorloopt op ons.
- Ik heb een scriptwriter ontmoet die een karakter in zijn script naar mij vernoemd heeft en naar eigen zeggen dat script verkocht heeft aan Paramount pictures. Mocht er over 2 jaar een film
uitkomen die 'Credit Card' heet, dan kunnen jullie 'mij' bewonderen. Ware het niet dat het karakter wat mijn naam heeft een jonge vrouw is die drugsdealer is uit Nederland. Overal ter wereld denken
ze maar aan 1 ding als ze over Holland horen, dat blijkt maar weer...
- Ik ben gek genoeg zo'n 20 Nedelandse mensen tegengekomen tijdens mijn verblijf in Kameroen de afgelopen 5 maanden. Stuk voor stuk geweldig lieve mensen.
- Ik heb malaria, een bacterie en wormen overleefd en ben weer topfit.
- En daarna nog eens een allergische reactie op mijn antibiotica (ziek worden van je medicijnen is niet fijn)
- Ik weet mezelf te redden met 1 emmertje water per dag, qua wassen en alles.
- Ik heb spierballen van de handwassen die ik afgelopen maanden gedaan heb, en de emmers water die ik heen en weer gesjouwd heb.
- Ik heb liever elektriciteit dan water. Maar het liefste natuurlijk allebei. Maar dat is een beetje veelgevraagd in Kameroen.
Ik kan nog veel meer opsommen en vertellen wat ik allemaal beleefd heb en gedaan, maar het is veel leuker om daar in het echt over te vertellen over 3 weken! Laat ik mijn verhaal samenvatten met
het volgende verhaal. In mijn eerste week in november had ik een enorme cultuurshock en belde ik met Wendie, mijn begeleider van Give Milk Stop Aids. Ik zei tegen haar: 'De mensen hier zijn zó
anders, ze zitten zo anders in elkaar dan wij!' en daarop zei Wendie: 'Ja, maar als je hier langer zit dan merk je dat ze eigenlijk toch wel weer heel erg hetzelfde zijn'. Ik zit hier nu 5 maanden
maar durf toch echt te zeggen dat ik het anders zie. Ik vind de mensen hier nog steeds een wereld van verschil met de mensen in Nederland. In hoe ze doen, wat hun normen en waarden zijn, wat ze
belangrijk vinden in het leven en op welke gronden ze keuzes maken. Het is niet te vergelijken met Nederland. Daarom zullen we elkaar nooit helemaal begrijpen, ik de Kameroenezen niet, en de
Kameroenezen mij niet. Heel interessant, maar ook heel vermoeiend als je voortdurend als enige van je eigen cultuur tussen een andere cultuur leeft. Geen enkele mogelijkheid tot terugkoppeling en
uiting van verbazing of mogelijkheid om te vertellen hoe ik het gewend ben. Voortdurend bezig met aanpassen.
Hoewel mijn tijd hier soms heel moeilijk was, heb ik het toch vooral ontzettend leuk gehad. Ik ben super dankbaar voor de mensen die ik hier ontmoet heb en de dingen die ik hier mocht meemaken.
Maar nu genoeg sentimenteel geblaat, ik ga naar het vliegveld om mijn lover op te halen en de komende 3 weken keihard te chillen op alle toeristische plekjes van Kameroen die hun zaakjes wèl goed
voor elkaar hebben. Tot laterrrrrrrrrrr en love from Cameroon!
Malaria? Check!
Guuud, zoals misschien al te raden valt heb ik dus malaria opgelopen vorige week. Ik zou in het weekend gezellig naar Kribi gaan met 3 andere Nederlandse meiden. Kribi is echt een superchill strandplaatsje met palmbomen en zandstranden. Het was dus de bedoeling dat we lekker zouden chillen aan het strand, cocktailtjes drinken, alle werkstress (ja ècht!) even vergeten. Maar wat bedoeld was als een weekendje aan het strand is uiteindelijk geëindigd als een weekend in het ziekenhuis.
Zaterdagochtend vertelde een van mijn reisgenootjes dat ze zich niet zo lekker voelde. Ze had net de week daarvoor malaria gehad en het was echt geen pretje geweest, dus ze wilde even rustig aan
doen en dook haar bed weer in. Later die middag bleek ze zich nog veel slechter te voelen en wilde ze toch wel graag naar het ziekenhuis om een malaria test te doen, gewoon voor de zekerheid. En
wat bleek? Ze had voor de 2e keer in 2 weken malaria te pakken! Diezelfde avond begon ik me echt superberoerd te voelen. Soort van grieperig maar dan 5 keer zo intens. Superhoofdpijn, spierpijn,
misselijk, algehele malaise. Omdat mijn 2 andere reisgenootjes die symptomen herkenden van dat eerste meisje, vonden ze dat ik me toch ook maar moest laten testen.
Zo gezegd, zo gedaan. Zondagochtend 9 uur stonden we in het (franstalige) ziekenhuis in Kribi. Het Franse woord voor malaria is paludisme, maar dat was ik even vergeten omdat ik in een flinke
koortsroes zat (bleek over de 40 graden koorts te hebben!) dus het duurde een tijdje voordat nu duidelijk was wat we wilden. Uiteindelijk een test gedaan en met 2 plusjes (redelijk stevige vorm van
malaria) gelijk opgenomen en aan het infuus gelegd met kinine en andere goedjes. Vervolgens 4 uurtjes volgedommelt want dat spul maakt je moeee!
Omdat het best naar is om in een ziekenhuis te liggen waar niemand je kan verstaan besloten mijn reisgenootjes me mee te nemen naar een ziekenhuis in Buea, in het Engelstalige gedeelte van
Kameroen. De volgende dag heb ik me daar volledig laten testen, en wat bleek: géén malaria maar wèl een bacterie en wormen. Zodoende dus naar huis gestuurd met 6(!) verschillende medicijnen. Onder
andere paracetamol 2x in de ochtend en 2x in de avond, waarop ik dacht: ja Kameroenies, jullie bekijken het maar mooi, ik neem die paracetamol gewoon wanneer ik denk dat ik dat nodig heb.
Kameroenies worden namelijk superblij van medicijnen. Het liefst zo veel en zo vaak mogelijk. Ik heb zelfs een Kameroenie ontmoet die bij voorbaat aan de antibiotica zat, 'zo kon ze ook niet ziek
worden'. Dus.
Omdat me in het ziekenhuis in Buea was verteld dat ik geen malaria had, ben ik de volgende dag weer naar huis gegaan in Douala. Inmiddels was ik redelijk confused, want 2 verschillende diagnoses in
2 dagen? Dus zodoende belde ik een Nederlandse co-assistent die ook in Kameroen zat. Alles aan hem uitgelegd en zijn reactie was: 'Natuurlijk is die 2e test negatief! Je hebt al een heel infuus
kinine gehad! Nu moet je snel zorgen dat je demalariakuur afmaakt, anders komen ze terug.' Ben ook naar mijn eigen ziekenhuis in Douala gegaan en daar zeiden ze hetzelfde. Uiteindelijke diagnose
dus: malaria, een bacterie èn wormen. Ik had dus een flink feest aan microbeestjes in mijn lichaam verzameld.
Afgelopen week bestond dus voor mij uit pillen slikken (7 's ochtends, 3 's middags en 8 's avonds) en slapen en beter worden. Je voelt je namelijk niet zo fit als je malaria, wormen en een
bacterie hebt. Aan de andere kant heb ik het echte Afrikaanse leven nu wel volledig meegemaakt denk ik, aangezien een gemiddelde Kameroenie eens per half jaar malaria krijgt.
Had ik trouwens al verteld dat in deze regio van Afrika alleen de gevaarlijkste soort voorkomt? Die ene die binnen 48 uur naar je hersenen kan gaan en dan.. eh.. ben je dood. Meestal gaan de
parasieten langzamer te werk maar het kán.
En had ik trouwens ook al verteld dat ik in 2 weken tijd slachtoffer nummer 5 was onder de Nederlandse mensen die in Kameroen verbleven? Hieruit mag ik dus zeker verklaren: het malariaseizoen is
geopend!
En nog een laatste opmerking: nu gaat het weer goed met me hoor :). Sinds gisteren ben ik weer soort van de oude.
De Demoonkrab en meer hekserij
Voor ik dit verhaal begin is er één ding wat jullie over Kameroen moeten weten; vanaf het midden tot het zuiden van het land zijn de mensen extreem Christelijk. En ze geloven extreem in demonische krachten en hekserij, of eigenlijk een soort van voodoo. Zo sterven mensen niet aan aids of kanker, maar aan vergiftiging (dat kan makkelijk 3 jaar duren, geen probleem). In het Noord-Westen van Kameroen wordt de vrouw levend met haar overleden echttgenoot begraven 'uit traditie'. Toen ik vroeg of dat ook andersom gebeurt als de vrouw overlijdt moest mijn tafelgenoot heel hard lachen. Blijkt nog maar eens dat ik een tikkeltje te geëmancipeerd ben voor dit land. Soms wordt de vrouw van een overleden man ook beschuldigd van de dood van haar man. De vage klachten van aids of kanker worden dan uitgelegd als hekserij. Om haar onschuld te bewijzen moet de vrouw dan het water waarmee het lijk is gewassen opdrinken (en dat is echt superranzig en stinkt als een malle). Als dat haar lukt dan heeft ze haar onschuld bewezen.
Goed, dit is dus niet iets wat alleen de mensen in kleine dorpjes geloven, maar eigenlijk bijna iedereen gelooft in hekserij. Zo ook Lydia, de nicht van het gezin waar ik 's avonds altijd mijn
Afrikaanse maaltje naar binnen schuif. Lydia is een slimme meid van 27 die gestudeerd heeft en net teruggekomen is uit Nigeria omdat ze daar een aantal businessclasses gevolgd heeft. Ze ziet er hip
uit en de eerste keer dat ik haar ontmoette zat ze Mission Impossible te kijken, dus ze leek me wel redelijk ‘westers'. Ondertussen is ze ook heel streng Christelijk, een beetje vergelijkbaar met
de hoedjes en zwartekousen kerk in Nederland.
Ze was me dinsdag aan het vertellen dat het niet goed is om een broek te dragen als vrouw (juist op het moment dat ik mijn spijkerbroek aanhad, dat is natuurlijk helemaal uit den boze). Daarnaast
was het ook best dom dat ik geen hoed had meegenomen want je moet je hoofd bedekken als je bidt. Ik probeerde haar te vertellen dat ik toch echt in God en Jezus geloof en echt Christelijk ben, maar
dat ging er bij haar niet helemaal in. Juist op dat moment kwam er een joekel van een krab het huis binnenlopen. Even ter visualisatie: het huis van Lydia ligt minstens een kilometer van de rivier
af en is de laatste van een rijtjeshuis met een dikke betonnen schutting eromheen. De krab heeft dus redelijk wat meters moeten maken.
Mijn eerste reactie toen ik dat gigantische beest van 20cm breed en 10cm hoog zag was: voetjes omhoog! Lydia's eerste reactie was: The blood of Jesus! Haar gebed werd als een wonder onmiddelijk
verhoord en het beest stopte met rennen. Dat was het moment waarop Lydia de geestelijke oorlog verklaarde. Ze bleef bidden en commanderen dat de krab (de demoon) het huis van God moest verlaten. De
krab zat ondertussen nog steeds stil en krimpte steeds meer ineen. Lydia tierde door en wist ondertussen ergens een TL-buis vandaan te vissen. Daarmee heeft ze vervolgens de krab kapotgeslagen. Dat
duurde een flinke tijd want, man, wat was die krab groot! Ik heb er helaas geen foto van want ik was nogal bang op dat moment, maar als ik zeg: scharen van 10 cm...
Na afloop van de demoonuitdrijving vertelde Lydia dat ze al een paar dagen last had van demonen die haar probeerden aan te vallen, in haar dromen, in de vorm van katten, nu de krab. Voor haar was
het duidelijk dat de duivel de aanval op haar had ingezet. Uiteindelijk heeft ze de krab verbrand. Ik heb nog flink wat tips gekregen om me te weren tegen kwade invloeden. Altijd bidden voor het
slapen gaan, zodat de demonen je niet aanvallen in je slaap. Altijd bidden voor het eten, want stel dat je moeder je vergiftigt. (Mama, ik hoop dat je dat nooit van plan bent..?)
De beleving van kwade machten en hekserij leeft hier veel meer dan in het westerse christendom. Ik probeer er geen oordeel over te vellen, want ik heb geen idee wat nou wel waar is of wat niet.
Mijn eerste gedachte was: Jo, wat een joekel van een krab, wat doet die hier nu? Lydia's eerste gedachte: de duivel probeert me aan te vallen. Wie er gelijk heeft? Geen idee. Maar uit deze situatie
blijkt wel dat het helemaal niet verkeerd is om je vertrouwen op God te stellen, denk ik. Hoewel ik me niet helemaal kan vinden in de slogan die ik in het ziekenhuis heb zien hangen: PUSH - Pray
Until Something Happens.
Douala versus Banga Bakundu
Voor de trouwe lezers van mijn blog: excuses voor de updates die steeds later komen! Maar ik heb er echt goede redenen voor hoor. Namelijk dat ik me steeds meer thuis ga voelen dus de hilarische situaties en cultuurverschillen steeds minder opvallen. Of dat ik zo ontzettend veel meemaak dat ik niet zou weten hoe ik het allemaal in 1 blog moet zetten. Of dat ik steeds meer in een ritme kom en de behoefte om dingen op te schrijven steeds minder wordt. Of nouja, dagboeken bijhouden was eigenlijk nooit iets wat ik langer dan een week volhield, dus stiekem gaat het nog best aardig toch?
Oke, een van de dingen die ik wel echt moet vertellen is dat ik vorige week verhuisd ben van Banga Bakundu naar Douala. Banga Bakundu is een klein dorpje en Douala is de grootste stad van Kameroen,
dus het is nogal een omschakeling, maar ik vind het hier geweldig! Het ziekenhuis is kleiner, maar er komen meer patienten dus er is veel werk te doen. Hannah is de zuster waar ik mee samenwerk in
Douala en zij laat me veel consulten doen met HIV+ vrouwen die in het Give Milk Stop Aids programma zitten. Dat houdt in dat de vrouwen eens per maand langskomen om formule melk te halen en hun
babies te laten checken. Dat mag ik dus nu doen. Daarnaast gaat het vinden van data hier voor mijn onderzoek ook een stuk makkelijker dan in Banga. Ik heb sinds vorige week al 3 interviews kunnen
doen en dat is een stuk meer dan ik in de eerste week in Banga kon doen. De mensen in het ziekenhuis hier in Douala werken ook een stuk harder dan in Banga. Dat is wel echt relaxed, want daardoor
raak ik zelf ook weer helemaal gemotiveerd om hard te werken (en dan heb ik zometeen minder moeite met me aanpassen aan het Nederlandse ritme ;-)
Enkele verschillen tussen Douala en Banga Bakundu:
- Banga is een dorpje van (ik gok) zo'n 2000 mensen, misschien zelfs 1000. Douala is een stad met bijna 2 miljoen inwoners.
- Je loopt in 5 minuten door Banga, in Douala duurt het 1,5 uur met een motor om van de ene naar de andere kant van de stad te komen. Maar dat komt ook omdat de hele dag door de straten volstaan
met stilstaande auto's, omdat het zo druk is en de chauffeurs schijt hebben aan welke verkeersregel dan ook.
- Banga is Engelstalig, Douala is Franstalig. Ik zag dat toen ik in Banga zat als de ultieme mogelijkheid om mijn Frans te kunnen opkrikken, maar ik merk toch dat ik heel vaal weer terug val op het
Engels. Gelukkig spreekt minstens de helft in Douala in zo'n mate Engels dat ze in ieder geval begrijpen wat ik wil.
- In Banga was ik haast een celebrity, zo vaak als er whiteman naar me geroepen werd. In Douala wonen veel meer blanken, dus de tijd van whiteman (of la blanche hier) is voorbij.
- In Banga moest ik een half uur reizen naar de markt en internet, hier heb ik een markt en internet op loopafstand.
- En als we dan op de markt waren konden we alleen wortels, boontjes, tomaten en een aantal dingetjes als pasta en boter halen. Het brood was er verschikkelijk (geel cake achtig). In Douala is
werkelijk alles wat er in Nederland ook is. Hoera voor volkoren brood! En shampoo voor westers haar! En gebakjes! En pindakaas!
- In Banga reisden we met een grote jerrycan naar Muyuka om daar schoon drinkwater te halen. In Douala is geen schoon drinkwater te krijgen, dus filter ik mijn water met katoen en een
waterkoker.
- In Banga woonde ik het grootste deel van de tijd samen met andere Nederlandse studenten, in Douala ben ik de enige Nederlander.
- In Banga stikt het van de muggen, in Douala willen de muggen helemaal niet wonen, dus minder muggenbulten voor mij! Heerlijk!
- In Banga had ik een kamer in een guest house met keuken waar we zelf (Nederlands) konden koken, in Douala slaap ik in een kleine hotelkamer zonder echte faciliteiten. Daarom ga ik elke avond naar
mijn onderbuurman Philip en zijn vrouw Susan (Philip werkt ook in het ziekenhuis) om echt Afrikaans te eten. Vaak zetten ze dan ook nog een dvd op met Afrikaanse gospelmuziek (oftewel een big momma
die 20 minuten herhaalt dat Jesus so good to her is terwijl ze een dansje doet waarbij elk deel van haar lichaam beweegt).
- In Banga is het klimaat superheet en vochtig. En tja, in Douala eigenlijk ook. Maar in Douala heb ik een abonnement genomen op een 25m zwembad, waar ook (snelle) wifi is. Dus dan is het net iets
minder erg.
- In Banga was alles goedkoop. In Douala is alles duur. Maar er is een gigantische china town, dat is wel weer heel leuk. Die chinezen lijken ook niet echt een voorkeur voor een continent te
hebben, die settelen gewoon overal. Er is trouwens geen McDonalds, maar wel een Wrangler en Mango kledingwinkel. En voor mijn huisgenootjes: een White House restaurant! Het is dus een beetje semi
vergelijkbaar met een westerse stad.
Wisten jullie trouwens dat in heel Douala geen enkel plekje te vinden is wat de moeite waard is om te bekijken als toerist? Geen mooi park, geen mooi standbeeld, geen museum, niks! Maargoed, dat
maakt mij niks uit, ik ben hier niet als toerist dus ik maak gewoon lekker gebruik van alle luxe die Douala te bieden heeft en negeer het feit dat het eigenlijk gewoon een lelijke veel te drukke
stinkstad is. De wijk waar ik woon ligt trouwens buiten het centrum en is tamelijk rustig. Er zijn geen verharde wegen en aangezien het sinds kort weer is begonnen te regenen is dat best spannend
met slippertjes aan.
Ondertussen heb ik ook de negatieve kanten van leven in Kameroen meegemaakt, maar daar ga ik een andere blog aan wijden. Wat wel heel leuk is, is dat vanaf half januari tot afgelopen zondag 12
februari de Africa Cup was. Nu vinden Kameroenezen voetbal extreem leuk, ze zijn eigenlijk vergelijkbaar enthousiast met Nederlanders. Afgelopen zondag was dus de finale en die werd gespeeld tussen
Zambia en de Ivoorkust. Ik ging de finale samen met Philip en Susan kijken. Zij waren voor Zambia omdat ze voor de 1e keer in de finale stonden en dat was heel bijzonder want ze zouden 19 jaar
geleden ook in de finale staan, maar toen is het hele team omgekomen bij een vliegtuigongeluk naar de locatie. Best een trauma dus, en daarom gunt heel Afrika Zambia de cup. Ik was echter voor de
Ivoorkust, want zij speelden in fel oranje. Tja... Dat kan je me ook niet kwalijk nemen toch? Dat voelde wel een beetje als Nederland, met z'n allen ooooh en aaaah gillen als er bijna een doelpunt
wordt gemaakt, net zoals we in Nederland doen. Uiteindelijk heeft Zambia trouwens gewonnen. Het is voor mij trouwens ongebrijpelijk dat Kameroen zich niet eens heeft weten te plaatsen voor de
competitie, aangezien zij de beste voetballer ter wereld in hun team hebben (Eto'o).
Nou, ik hoop dat ik een beetje een beeld heb kunnen schetsen van mijn nieuwe leven in Douala. Omdat ik een aantal quotes van de week vergeten ben krijgen jullie er nu 2, beiden van dezelfde man. Ik
was dit weekend op bezoek bij een vriendin in Banga en zij nam mij en 2 andere Nederlanders mee naar een Kameroenese familie waar ook een man was die alles wilde weten van Nederland, omdat hij met
een white wil trouwen. Hij is alleen heel erg klein. Toen zei ik dus tegen hem dat hij helaas nooit met iemand uit Nederland kan trouwen (hij wilde al dat ik mijn zus aan hem zou koppelen) omdat
Nederlandse vrouwen heel lang zijn en altijd een man willen die langer is dan hen (ik moest het een beetje overdrijven toch?). En toen zei hij: 'Ach dat maakt niks uit, in Europa hebben ze machines
die je kunnen uitrekken. Dan kan ik ook lang worden.'
Deze man in kwestie heeft een beeld van Europa zoals het in de films is. Iedereen is rijk, woont in gigantische huizen, heeft een pistool op zak en ga zo maar door. Wij wilden dus uitleggen dat als
hij naar Nederland kwam dat het heel zwaar voor hem zou worden, want dan zou hij veel harder moeten werken dan in Banga. Maar hij had al bedacht wat hij voor baan wilde, hij zou in een mortuarium
gaan werken, want hij had gehoord dat je daar ècht rijk van werd. Hij was alleen wel ergens bang voor: 'Weet je zeker dat als ik dan die lijken behandel, dat ze me niet gaan slaan?' Waarop wij
Nederlanders in lachen uitbarstten, maar de Kameroenezen bleven doodserieus. Toen zei een andere man: 'Nee dat gebeurt hier regelmatig. En als een lijk je begint te slaan, dan moet je hem in
stukken hakken. En als hij dan nog steeds ‘stubborn' is, dan moet je hem verbranden.'
Oke...
I de fine in Cameroon, how for you?
Op het moment dat ik deze blog schrijf doet zowel de kraan als de elektriciteit het niet. Hier zit ik dus, om half 10 's avonds, in het pikkedonker zonder water om me normaal te wassen. Op zich is het best goed leven zonder een van de twee (geloof me, afgelopen weken waren een aaneenschakeling van uitvallende elektriciteit en kranen waar geen water uit komt. Zelfs niet vies water met dode mieren en spinnen, zoals ik in mijn vorige blog schreef). En dan kan je nog het beste zonder water (want daarvan kan je een voorraadje uit de put verslepen) maar dat het allebei tegelijk weg is nu, vind ik wel een beetje flauw van Afrika. Ik ben tenslotte wel een verwend westers meisje. Aan de andere kant denk ik dat ongeveer de helft van Kameroen op deze manier leeft; zonder elektriciteit of een watertap in huis, dus voor de ultimate-Cameroon-experience is het wel weer goed. En ook om mijn blind-typen te oefenen.
Oke, tot zover het geklaag. De laatste 3 weken van januari ben ik alleen in het guest house in Banga, omdat Lorraine (mijn begeleider in het ziekenhuis) vanaf de 10e zwangerschapsverlof had en alle Nederlandse stagairs op dit moment aan het reizen zijn. Hoewel, alleen is een relatief begrip; vriendjes Joekel Kakkerlak en Joekel Spin zijn altijd in de buurt om me gezelschap te houden. Even een funfact tussendoor; Lorraine was uitgerekend op de 13e. Ik vroeg haar of het hier normaal was om tot 3 dagen voor de bevalling door te werken, maar dat was het volgens haar ook niet. 'I just really love my job'. Omdat ik zonder echte begeleiding niet in het ziekenhuis mag werken omdat ik geen co-assistent ben bestaan deze weken dus uit: zelfstudie! Lekker alle interviews die ik heb gedaan transcriberen, artikelen lezen en samenvatten en een deel bachelorverslag schrijven. Maar omdat dit 24/7 natuurlijk hartstikke saai is leken me deze weken uiterst geschikt om eens goed de Afrikaanse cultuur te leren kennen. Zo heb ik na 1,5 maand daadwerkelijk mijn eerste echte Afrikaanse maaltijd gehad. Dat is niet omdat ik het bewust aan het vermijden was, maar omdat ik 1,5 maand heb samen gewoond met andere Nederlanders en we ons eigen eten kookten. En ja, dan maak je toch de dingen die je kent. Bovendien zijn de restaurantjes waar Afrikaans eten wordt verkocht echt niet te herkennen. Vaak moet je eerst een steegje door en dan ergens achter langs en dan kom je in het restaurantje. En dan is er geen menukaart maar een beetje een wat-de-pot-schaft idee.
Ik was van tevoren heel vaak gewaarschuwd voor het eten van Kameroen. Het zou smakeloos, vettig, veel, ongezond en met veel te veel peper zijn. Maargoed, toen ik eenmaal mijn eerste bordje okohombo met fufucon op had (zijn jullie al aan het googelen?) vond ik het echt superlekker! Het is inderdaad waar dat een standaard Kameroens maal bestaat uit een beetje groente, een beetje vlees en veeeeeel koolhydraatbommetjes zoals cassave of yam (de grote broer van de aardappel). Maar omdat ik vegetariër ben weet ik er altijd wel voor te zorgen dat ik meer groente en minder cassave krijg, zonder mijn gastheer te beledigen.
Af en toe ga ik bij zusters uit het ziekenhuis eten, en dan zorg ik dat ik wat eerder ben zodat ik kan zien hoe ze alles koken. En ik heb een buurvrouw die helemaal door het dolle is dat ik haar eten lekker vind. Ze heeft al veel stagiairs haar traditionele eten voorgeschoteld, maar de meesten vonden het of te heet, of gewoon niet lekker. Dus elke keer als ze ziet dat het bordje wat ze me gegeven heeft leeg is, loopt ze ongeveer 10 minuten te tieren over dat ze het zo leuk vindt en dat er voor mij maar 1 andere stagiair is geweest die alles lustte, en dat heeft blijkbaar een grote indruk op haar gemaakt, ghehe.
Verder probeer ik ook het een en ander aan Pidgin te leren. Dat is de meest voorkomende taal van Nigeria en Kameroen en eigenlijk meer een dialect van het Engels dan een echte taal. De kolonisten hebben deze taal verzonnen om makkelijk te kunnen communiceren met de Afrikanen, en is dus een mengelmoesje van Engels en Afrikaanse woorden. Maar omdat ik dus goed Engels spreek, lukt het me echt niet om Pidgin te spreken, hoewel verstaan inmiddels gelukkig wel gaat. En bovendien klinkt Pidgin ook pas echt gaaf als je her en der een random Afrikaans geluidje tussen de woorden door gooit, als eyoooo, wèèh of, deze vind ik de mooiste, mamamiiii voor als je heel verbaasd bent. Wat ik ook superleuk vind is dat als mensen iets leuk vinden, ze ook echt schaterlachen en in hun handen gaan klappen terwijl ze dubbel liggen. Deze Pidgin lessen krijg ik van een aantal Kameroenezen maar mijn trouwste leraar is toch wel Gaston, een 19 jarige jongen die in Banga town woont en elke keer als ik Pidgin probeer te praten helemaal dubbel ligt omdat mijn uitspraak zo raar is. Hij op zijn beurt wil ook graag Nederlands leren, maar het zinnetje dat hij het beste weet te herinneren is toch wel 'Ikgh ghou fan jouw'.
Even een snelcursus voor jullie, om een indruk van Pidgin te krijgen:
Eyo whiteman, how for you? = Hoi Marloes, hoe gaat het met je?
I de fine = het gaat goed
Chop = eten
Mimbo = drinken
Charge = bier (geniaal toch!)
I de go for market, house, Muyuka = Ik ga naar de markt, huis, Muyuka
Eyo bo wèèh = hee vriend(in)!
Whiteman country = Europa
Asha = het spijt me voor je, maar wordt in alle mogelijke situaties gebruikt. Je kan het zeggen tegen iemand bij wie zijn been geamputeerd wordt, maar mensen roepen het ook regelmatig naar me als
ik aan het hardlopen ben. Ik denk dat ik er wel heel rood en zielig uit moet zien...
Ja, ik ben dus sinds kort begonnen met hardlopen! Ik werd helemaal gek van het stilzitten thuis en de hele dag achter mijn computer zitten dus ben ik op een dag maar gewoon begonnen met rennen. Na een paar dagen begonnen de mensen in het ziekenhuis ook te merken dat ik elke dag een stukkie aan het rennen was, en na een paar dagen had ik een daadwerkelijk hardloopclubje bij elkaar verzameld. Nu ga ik vaak 's middags tegen een uur of 5 rennen met mijn buurjongens. Het is dan nog steeds 35 graden, maar dat vind ik fijner dan heel vroeg 's ochtens, want op zondagochtend 6 uur ren ik samen met een aantal zusters uit het ziekenhuis. Volgens hen kan het echt niet later, want dan komen we te laat voor de kerk. Ach, zo blijkt maar weer dat sporten inderdaad het beste recept is tot contact met de lokale bevolking. Wie weet ga ik volgend jaar wel mee met een reis van Athletes in Action!
Over zusters gesproken, vorige week ben ik voor het eerst op een echt consult geweest in het ziekenhuis. Dat was wel een hele ervaring. Ik geloof dat ik al eerder wat geschreven heb over de inefficiëntie van het ziekenhuis in vergelijking met een consult in Nederland, maar nu mocht ik het persoonlijk meemaken. Ik had alleen een recept nodig voor een zalfje, maar toen ik dat zei in de apotheek werd ik gelijk doorverwezen naar de wachtkamer om de dokter te kunnen zien. Nadat ik een half uur gewacht had werd ik geroepen door een paar zusters. Zij gingen een consultatie boekje voor me maken. Er werd niet gevraagd waar ik precies voor kwam, maar ze gingen allemaal standaard dingen opmeten, zoals mijn temperatuur, gewicht, bloeddruk en hartslag. En dat allemaal voor een zalfje! Daarna werd ik weer terug gestuurd naar de wachtkamer en werd ik na nog een half uur geroepen door de dokter. Na 3 minuten stond ik weer buiten met het recept, maar ik ben er van overtuigd dat ik net zo goed even langs de apotheek had kunnen gaan. Dan was ik uberhaupt 3 minuten kwijt geweest in plaats van anderhalf uur. Maar zo werkt het niet in het ziekenhuis in Banga.
Al met al heb ik het dus best naar mijn zin hier, zo als enige Nederlander tussen alle Kameroenezen. Aan het einde van de maand ga ik verhuizen naar Douala om daar het tweede deel van mijn
onderzoek te doen. Ik heb al een leuke kamer gevonden in een klein hotelletje, en de mensen die ik in Douala heb ontmoet vind ik erg aardig. Wel gek om mijn tijd in Banga af te sluiten, maar aan de
andere kant heb ik er ook erg zin in om in de grote stad te gaan wonen, en de andere kant van Kameroen te leren kennen. Zal vast heel anders zijn dan het leven hier in het kleine Banga
Bakundu.
Armoede is relatief
Ik heb een beetje een weekend van tegenstrijdigheden achter de rug. Zaterdag was ik in Douala, de grootste stad van Kameroen (waar ik over een paar weken ook ga wonen). Ik was daar om een support meeting van Give Milk Stop Aids mee te maken. Alle HIV positieve vrouwen die meedoen met het Give Milk programma (gratis formule melk zodat het kindje niet besmet wordt met het virus) komen naar zo'n support meeting om nieuwe melk te halen, ervaringen te delen en eigenlijk gewoon een gezellige middag te hebben met lotgenoten. Aan het einde van de middag nam Lorraine me mee naar het centrum van de stad.En zo kwam het dat ik ineens in een échte supermarkt stond. Yoghurt, kaas, blikjes met groente, vruchtensappen, (lekkere!) koekjes en chocola, koffie en pindakaas. Er waren allemaal dingen die ik al een goede twee maanden niet meer gezien had. Ik was zo door het dolle heen dat ik uit puur geluk Matthijs gebeld heb. Het was echt genieten om gewoon door de supermarkt te lopen, nadat ik mijn eten de afgelopen weken op stoffige gore markten en donkere schimmelende winkeltjes gekocht heb. Uiteindelijk nauwelijks wat gekocht, want ik had gewoonweg geen idee wat ik moest kopen omdat de keuze zo groot was. Dat wordt wat als ik terug ben in Nederland ;-)
Toen ik die avond thuiskwam in Banga Bakundu merkte ik dat het water uit de kraan het niet deed. Optimistisch dacht ik nog, ik wacht een dagje met douchen, morgen is er vast weer water. Maar helaas, het mocht niet baten. En zo kwam het dat ik de volgende dag samen met mijn buurmeisjes naar de put moest om emmers water te verslepen om te koken en te wassen. Zij zetten de emmers soepel op hun hoofd en renden haast zo'n beetje terug naar het huis, terwijl ik met kromme rug en een bezwete kop er achteraan strompelde. Ik mocht de emmer niet op mijn hoofd proberen te zetten van mijn buurmeisjes, want 'Europeanen hebben een ronde kop en dat doet dan pijn'. De afgelopen dagen heb ik me dus ook gedoucht met emmers water, en het gaat eigenlijk verbazingwekkend goed. Sinds vanochtend is het water trouwens weer terug, alleen telkens als ik de kraan open draai komt er een stroom aan dode mieren en spinnen met het water mee, echt heel goor. Ik denk dat het komt omdat er de afgelopen 3 dagen geen water in de leidingen gezeten heeft. Het is dus alsnog niet echt bruikbaar. Zo heb ik dus in 1 weekend de rijkste en armste kant van Kameroen gezien. Voor de rijken is de supermarkt de normaalste zaak van de wereld, en voor de armsten is het sjouwen van water uit de put doodgewoon.
Ja, wat is armoede eigenlijk. Daar heb ik de laatste tijd wel veel over nagedacht. De mensen hier in Banga Bakundu gaan er allemaal van uit dat alle mensen in Nederland heel rijk zijn. Het guesthouse van het ziekenhuis, waar ik woon, is best heel groot, als ik dat in Nederland had zou ik echt héél blij zijn. Maar mijn buren gaan er van uit dat alle huizen in Nederland zo groot zijn of nóg groter. En eigenlijk is het ook logisch dat ze dat denken, want alleen de studenten die het kunnen betalen kunnen naar het buitenland. In die zin ben ik inderdaad rijk. Dat ik nu geen kamer in Nederland heb vinden de Afrikanen wel heel vreemd, maar als ik uitleg dat ik die opgezegd heb omdat het anders te duur wordt, zijn ze heel verbaasd. Dan ineens komen ze er achter dat in Europa het geld ook niet aan de bomen groeit, want ik geloof echt dat heel veel mensen hier denken dat iedere Nederlander miljonair is.
Aan de andere kant vind ik de mensen hier eigenlijk ook niet echt arm. Ik weet er te weinig van om echt te kunnen oordelen, maar het is gewoon heel ànders. Het zit hier niet echt in de cultuur dat mensen bedelen om geld, maar wat wel veel gebeurt is dat ik ze een beetje leer kennen en dat ze na een paar dagen hun hele leven op tafel leggen en dat op een voor Nederlandse begrippen heel dramatische manier vertellen. En dan komt er iets als: 'ik heb vanochtend niet ontbeten want het geld was op' of 'ik kan mijn zoon niet zien met Kerst want ik kan zijn transport niet betalen' en dan blijven ze net zo lang wachten tot wij aanbieden of ze wat willen eten of geld geven. Maar ze hebben wel altijd genoeg geld voor (redelijk) mooie kleren en de kapper. (Hier in Kameroen gaan vrouwen minstens 1 keer per maand naar de kapper om een pruik of nephaar in hun eigen kroeshaar te laten vlechten, en ik kan je vertellen, die bezoekjes zijn in verhouding echt niet goedkoop). Daarom vind ik het heel lastig om in te schatten hoe arm de mensen hier echt zijn. Dat ze het moeilijk hebben staat vast. Dat ze goed hun best moeten doen om rond te komen staat vast. Maar ze stellen hun prioriteiten heel anders dan dat een Nederlander zou doen. Het zit toch echt wel een beetje in onze cultuur dat we calvinisten zijn hoor. En waarom zouden ze niet naar de kapper mogen? Ik word ook gelukkiger van een fijne mascara dan van een brood.
Verder is de cultuur hier een stuk collectivistischer dan in Nederland (logisch natuurlijk!). Bijna elke familie heeft wel een zoon, oom of vader die de mogelijkheid heeft gehad om carriere te maken. Van diegene wordt dan verwacht dat hij zijn eigen gezin onderhoudt, maar ook de school van zijn neefjes en nichtjes betaalt, de bruiloften en begravenissen in de familie, eigenlijk alles. Dus bijna iedereen heeft wel ergens iemand die hen kan helpen als het echt dreigt mis te gaan. Ik ben tijdens mijn onderzoek ook wel eens iemand tegengekomen die geen familie meer had, of gewoon een echt arme familie. En dan ben je je vangnet wel kwijt. Die mensen zijn echt arm. En als je een vrouw bent is dat extra moeilijk, want er heerst hier nogal een patriaal systeem. De mannen zijn de kostwinners, en als vrouwen werken staan ze hun salaris af aan de man. Hij is tenslotte het hoofd van het gezin. Als je dan geen man hebt, moet je je eigen geld zien te verdienen, en dat is niet zo hoog als dat van een man.
Ik zal ter voorbeeld even mijn buurvrouw geven. Zij heeft echt een superheftig leven achter de rug. Ze raakte op haar 17e zwanger en toen is haar vriend weggelopen, dus moest ze het allemaal alleen maar fixen. Haar zoontje moest ze afstaan en die is opgegroeid bij haar rijkere familie. Ondertussen heeft zij een opleiding als kok kunnen afronden. Later trouwde ze met een man die al een dochter had en kreeg ze nog twee dochters met hem. Hij is twee jaar geleden overleden, dus nu staat ze er alleen voor en moet ze financieel zien te zorgen voor 4 kinderen. Ze is door haar broer naar het ziekenhuis gehaald (haar broer was de succesvolle man van de familie, hij is pastoor. En raar genoeg zijn de pastoren vaak de rijksten van allemaal). Nu woont ze in een ieniemienie huisje van 10m2 samen met haar 2 jongste dochters. Ze werkt in ons huis als schoonmaakster en verdient op die manier geld. Ze heeft het echt zwaar en moeilijk, en heeft nauwelijks eigen bezittingen. Aan de andere kant is zij de eerste die van de Nederlanders een extraatje krijgt. Haar kinderen lopen rond in de kleding die stagiaires hebben achtergelaten, en dat is echt mooie goede kleding. Andere stagiaires betalen de school van haar kinderen. Heel fijn natuurlijk, maar dat resulteert er wel in dat zij verwacht dat de Nederlanders haar geld of cadeautjes geven. Want dat doet elke stagiaire. En dat vind ik eigenlijk best lastig. Want tuurlijk is het waar dat wij meer hebben dan zij, en zij helpt ons zo goed in het huis, dus we zijn haar erg dankbaar. Maar waarom zou zij degene moeten zijn die altijd wat van ons krijgt? Er zijn meer mensen in het ziekenhuis die het zwaar hebben, om nog te zwijgen van de gemiddelde Give Milk Hiv positieve vrouw hier op het platteland. Gisteren kwam ik er achter dat ik een ring die ik van mijn ouders gekregen had verloren was. Ik heb het hele huis doorzocht maar ik kon hem echt nergens vinden. Toen kwam ik mijn buurvrouw tegen, met mijn ring om. Een klein kindje had hem uit mijn kamer gehaald en naar haar gebracht, dus ze wist niet dat hij van mij was. Maar dan nog vind ik het vervelend dat ze niet even gevraagd heeft waar die vandaan komt, maar hem zomaar houdt.
Het is gewoon een heel lastige kwestie waar ik nu over aan het schrijven ben. Terwijl ik dit typ ben ik alweer de draad kwijt over hoe ik mijn punt kan duidelijk maken. Het is gewoon een heel complex probleem. Wij hebben zoveel meer in Nederland dan de mensen hier in Kameroen. Dus eigenlijk voel je je al snel verplicht om de mensen te helpen, want we hebben gewoon de mogelijkheid. Als je een keer 5 euro geeft, kunnen mensen een week eten. Het leven is hier veel goedkoper, dus hier ben ik rijk. In Nederland heb ik heel andere dingen nodig dan hier, die duurder zijn, dus ben ik in Nederland een stuk minder rijk dan hier. Maar dat zien de mensen hier niet, dus denken ze dat we allemaal rijk zijn. Ik legde mijn buurjongen uit dat er in Nederland ook daklozen zijn, en dat sommige mensen ook honger hebben, of niet genoeg geld, en hij begreep er echt helemaal niks van.
Armoede is gewoon zo relatief. Als alle Kameroenezen naar Nederland zouden verhuizen, zouden ze allemaal heel arm zijn. Maar in Nederland is zoveel meer te koop, zijn spullen eigenlijk veel belangrijker dan hier. En als je die spullen niet hebt, dan mis je ze, en voel je je arm en ongelukkig. Als alle Nederlanders naar Kameroen zouden verhuizen, zouden we allemaal rijk zijn. Zelfs de bijstandmoeders. Maar de Kameroenezen wonen hier, en zijn niet per definitie heel arm. Ze missen de luxe en spullen niet, want zo is het leven hier gewoon niet. En wij leven in Nederland, en zijn niet per definitie heel rijk.Want we kunnen niet ons leven zo luxe krijgen als mogelijk is, omdat we daar (over het algemeen) geen geld voor hebben. Het ligt gewoon aan je omgeving of je van armoede kunt spreken, denk ik. Wat denken jullie?
Ennnnnn Matthijs is vandaag jarig dus krijgt een extra dikke knuffel via deze blog ;-). Gefeliciteerd schatje!! Aan de rest wil graag de wens meegeven die een Kameroenese vriendin mij stuurde tijdens de jaarwisseling: May your best days in 2011 be the worst in 2012. May God grant all your wishes.
Als alles maar goed gaat...
Afgelopen week had ik een week vrij gekregen in het ziekenhuis; 'To celebrate Christmas' zoals Lorraine zei, en zodoende ben ik samen met mijn huisgenootje afgereisd naar de Extreme North Province, wat zoals te verwachten helemaal in de top van Kameroen ligt. Het noorden van Kameroen is een stuk dichter bij de woestijn en erg droog en stoffig, eigenlijk een grote savanne. Daar ligt ook Wasa National Parc, het enige park van Kameroen waar safari's te doen zijn zoals je die van de televisie kent. De planning was om in deze week én een safari te doen én de indrukwekkende rode bergen van het noorden te verkennen. De reis er naar toe duurt echter 2 dagen, áls alles goed gaat. Met kerst had ik weer beloofd in de South-West Province te zijn, dus het zou er nog om spannen of alles zou verlopen zoals we bedacht hadden...
Als je geluk hebt is de reis naar het noorden in 2 dagen te doen. Dat wil zeggen: reizen van Banga naar Yaoundé, (de hoofdstad) in een uur of 6 à 7. Dan de nachttrein van Yaoundé naar N'Gaoundéré die, als alles goed gaat, ongeveer 13 uur duurt. Vervolgens pak je in de ochtend dan een bus vanuit N'Gaoundéré naar Maroua en die reis duurt een uur of 10. Dan ben je dus, als alles goed gaat, de tweede dag rond het diner in het extreme noorden. Áls alles goed gaat.
We hadden van wat huisgenoten die eerder naar het noorden gereisd waren gehoord dat je het beste van tevoren kunt reserveren voor een ticket in de nachttrein, omdat je dan gegarandeerd een bed hebt. Als je dat niet deed was het alsnog geen ramp, dan kon je sowieso wel mee met de eerste klas (type vliegtuigstoel). We maakten ons dus niet al te veel zorgen, maar wilden voor de zekerheid toch reserveren. Er was echter 1 probleem van redelijk essentieel belang: reserveren kan alleen vroeg in de ochtend aan de balie van het treinstation, in Yaoundé dus. En aangezien wij 6 á 7 uur verwijderd waren van Yaoundé, is dat niet echt ideaal. We hebben een kennis die daar woont gebeld of hij misschien de reservering voor ons wilde doen, en zodoende stond hij de ochtend van ons geplande vertrek om 5 uur 's ochtends in de rij om de reservering te doen. Wij hadden er niet echt bij stil gestaan dat het vanwege kerst veel drukker dan normaal zou zijn, door alle mensen die naar hun familie wilden reizen. Onze kennis heeft uiteindelijk dus meer dan 3 uur voor ons in de rij gestaan. Bij de balie kreeg hij te horen dat alle tickets uitverkocht waren tot 3 dagen later. Wij zaten ondertussen in de bus naar Yaoundé en probeerden uit alle macht de Hakuna Matata mentaliteit te bewaren, want als we die avond niet konden vertrekken zou dat de veel-te-strakke-planning-voor-een-land-in-Afrika-waar-het-openbaar-vervoer-extreem-ruk-is compleet in de war gooien.
Nu moeten jullie weten dat Kameroen in 2007vverkozen is tot meest corrpute land ter wereld. Dit betekent dus dat alles (echt álles) mogelijk is als je de juiste connecties, huidskleur en het juiste banksaldo hebt. Aangekomen bij het treinstation werd ons in eerste instantie de toegang geweigerd omdat het al laat in de middag was en we geen treinticket hadden. Een lieve glimlach en een zielig verhaal later konden we toch naar binnen. Daar begon onze zoektocht naar ‘belangrijke personen' die ons zielig genoeg zouden vinden om ons alsnog in de trein te krijgen. In eerste instantie hadden we weinig succes. Iemand van de security zag het wel zitten om een blanke vriend te hebben en wilde graag mijn telefoonnummer. Dat kwam mij wel weer goed uit, dus probeerde ik een deal te sluiten; ik een plek in de trein, hij mijn nummer. Helaas leidde dit tot niks. De beste man heeft mijn nummer dus ook niet gekregen.
Een half uur voor vertrek van de trein, na 2 uur proberen, hadden we nog steeds geen ticket en werd de Hakuna Matata mindset vervangen voor paniek. Daarom gooide mijn blonde reisgenoot haar losse haren in de strijd en zodoende spraken we 5 minuten later met de big boss himself, die een hele tirade hield tegen zijn personeel over dat ‘de witte meisjes' schandalig behandeld waren en dat we een ticket moesten krijgen en wel nu! Uiteindelijk konden we door zijn hulp in het restaurant van de trein verblijven. De lichten gaan daar weliswaar niet uit, en de muziek blijft ook de hele nacht aan, maar hey, we zaten in de trein. Eigenlijk zou ik een grote hekel moeten hebben aan corruptie, maar zolang je degene bent met de juiste connecties is het toch wel érg handig.
De volgende dag bereikten we in de avond Maroua, de hoofdstad van de Extreme North Province. Daar heb ik een handycraftmarkt bezocht, een safari geboekt en een flink stevige buikgriep ontwikkeld. Gevolg was dat ik de eerste helft van de week drukker was met mijn eten er weer uit werken dan genieten van de savanne met zijn giraffes, antilopes, leeuwen en pumba's. Het Noorden is trouwens ontzettend islamitisch, dus veel van kerst heb ik daar niet meegekregen. Van de gebeden heb ik wèl veel meegekregen: om 4 uur 's nachts brult een luide stem voor de eerste keer zijn allah ahkbar door de stad, maar ook om 7 uur, 12 uur, 4 uur en met zonsondergang zijn er gebeden. De chauffeurs van de bussen tussen Maroua-N'gaoundéré zijn voor zover wij het meekregen brave moslims, want vaak werd de bus zomaar even stil gezet. Als we dan vroegen wat er aan de hand was, zeiden onze medereisgenoten: 'Oh, de chauffeur moet even bidden'. Hij waste dan snel zijn voeten en gezicht en vloog de dichtsbijzijnde moskee in. Na een kwartier was hij klaar en konden we weer verder reizen.
De tweede helft van de week stond met name in het teken van op tijd terug komen in het zuiden voor kerst. Inmiddels was het nog drukker geworden voor de nachttrein, en toen wij om 6 uur 's ochtends aansloten in de rij voor een kaartje merkten we al gauw dat het verloren zaak was. Tijdens het wachten werden we aangesproken door een man die David heette. 'Hey, do you already have somebody to help you with the tickets?' Hij beloofde ons dat we dezelfde avond nog met de trein zouden kunnen gaan mits we hem het dubbele zouden betalen. Het was inmiddels 23 december, en vanuit Yaoundé waar de trein aan zou komen was het nog minstens een dag reizen naar het zuiden. We hebben David dus het dubbele betaald omdat we echt met kerst terug wilden zijn. Eerst probeerde hij via allerlei wegen voor te dringen in de meterslange rij. Toen dat niet lukte probeerde hij de baas van het treinstation in N'Gaoundéré ('He's my friend, he's my bro!') over te halen ons de tickets te geven die op naam van iemand anders gereserveerd stonden maar nog niet opgehaald waren. Dat lukte ook niet, dus besloot hij ons door de ingang te smokkelen om ons illegaal mee te laten reizen, maar de bewaking bij de ingang bleek toch niet zo'n goede vriend van David te zijn als hij van tevoren had ingeschat. Conclusie van het verhaal: om half zeven 's avonds reed de trein weg zonder ons. Wij kregen ons geld en minutenlange beloftes over dat het morgen écht zou lukken.
De volgende morgen werden we om 6 uur 's ochtends wakker gebeld door David; hij had tweedeklas kaartjes kunnen krijgen. In eerste instantie wilden we niet weer in zijn praatjes trappen, want als we de trein weer zouden missen, zouden we pas 26 december in het zuiden zijn. Toen we David weer zagen bleek hij daadwerkelijk de kaartjes te hebben, en nog legaal ook! Hij had een paar vrienden van hem met kopieen van onze paspoorten vanaf 4 uur 's ochtends in de rij laten wachten. Uiteindelijk konden we dus toch met de trein die avond, en zodoende heb ik kerstavond doorgebracht op een keihard minibankje met Celine Dion die bij wijze van achtergrondmuziek al haar misère eruit gooide. 25 december heb ik de hele dag in de bus gezeten om 's avonds Lorraine en haar familie te bezoeken voor Kerst. Dat wordt in Kameroen niet zo uitgebreid gevierd als in Nederland. Sommige families vieren het met elkaar, anderen negeren het gewoon een beetje. Je komt nergens versiering tegen en kerstliedjes hoor je ook zelden. Ik heb wel de hele avond van eerste kerstdag emmanuel tv gekeken, wat de oma van Lorraine helemaal geweldig vond. Emmanuel tv is de zender die nonstop dingen over prophet TB Joshua uitzendt. Hij is een beroemde dominee in Nigeria en eigenlijk bekend over de hele wereld. Zo kon ik toch nog een beetje de kerkdienst inhalen die ik jammer genoeg moest missen door de vertraging. Het was dus niet echt de kerst die ik me van tevoren had voorgesteld. Bij wijze van compensatie luister ik vandaag al de hele dag kerstmuziek op mijn computer :-).
Quote van de week: De mensen in Kameroen vinden dikkertjes echt heel mooi. In het ziekenhuis hangt overal de waarschuwing: 'Obesity is not a sign of good life! It can harm your health in serious ways!' De oma van Lorraine bekijkt me eens goed en vindt me eigenlijk wel wat mager, maar ze stelt me gerust 'Zodra jij kinderen gebaard hebt zul je echt heel dik worden! Dat kan ik zien aan je stevige benen.' Ik hoop héél erg dat ze ongelijk heeft.
Blackman
Zoals beschreven in een eerdere blog, is het voor Afrikanen gebruikelijk om Europeanen whiteman te noemen. Zo gebeurt het mij regelmatig dat ik nietsvermoedend over straat loop, en ineens ergens achter me een verlegen ‘waiman' hoor. Als ik dan niet gelijk reageer, wordt het steeds luider: ‘Waiman.' ‘Waiman!' ‘WAIMAN!!' Vaak wordt dit door kleine kinderen geroepen en het geeft me een aantal gemixte gevoelens:
- 1. Dat ik éen of ander ontzettend belangrijk persoon ben waarvan de kinderen heel graag aandacht willen
- 2. Dat ik het kneuzerige zielige jongetje van de klas ben, die ze opwachten en uitjouwen. Klaar om me flink in elkaar te slaan.
- 3. Dat ze zich ernstig afvragen: ‘Jij bent wit! Weet je wel dat je wit bent? Het is te bizar voor woorden dat jij zo'n bleekscheet bent!'
Het ligt dan ook volledig van mijn stemming af van die dag hoe deze aandachtsvraag/beschuldiging/constatering overkomt. Soms, héél soms, wanneer ik net een beetje chagrijniger ben dan anders, heb ik wel eens de neiging om ‘Blackman!' terug te roepen. De reactie van de kinderen kan in dat geval ook gemixt zijn:
- 1. De kinderen moeten giechelen en rennen verlegen weg (scenario VIP)
- 2. De kinderen roepen nog veel fanatieker door (scenario kneus van de klas)
- 3. De kinderen houden abrupt hun mond en kijken me met grote ogen aan (‘Hoe bedoel je, ben ik zwart?!'
Goed, tot zover het verhaal over de waiman (wat ik trouwens best als een belediging ervaar want ik word al lekker bruin met het Afrikaanse zonnetje!) Voor Kameroenezen maakt dat trouwens niks uit, zij vinden Chinezen en Arabieren ook waiman. Gisteren was ik in Munyenge, een mini plaatsje zonder elektriciteit of water, 2 uur rijden over de meest erge horror-weg die je je kunt voorstellen met alle kuilen, heuvels en stof. Ik kwam uit de auto met een blaas die op knappen stond en een plakhoofd met een laagje zweetstof en een broek die oorspronkelijk beige was, maar mettertijd roder en roder van het stof geworden was. Goed, mijn punt is dus dat Munyenge ontzettend moeilijk te bereiken is en dat de meeste kinderen daar nog nooit een waiman gezien hebben. Zodra ik door het dorp liep, gingen die kinderen dus helemaal los. Ik liep naast de accountant van het ziekenhuis en vertelde dat ik me altijd zo gek voel als ik zo nageroepen word. Daarop antwoordde de accountant: ‘In Europe you also have places where there are only whitemen right? So when you see a blackman you shout blackman at them ofcourse.' Nou, meneer de accountant, ik moet u teleur stellen, zo zit Europa toch niet helemaal in elkaar.
Laatst kreeg ik een verzoekje van het thuisfront of ik wilde omschrijven hoe het leven in Kameroen er uit ziet, en ik dacht dat dit ook wel leuk is voor mijn bloglezers om te weten. Eigenlijk is er niet echt een peil op te trekken wat het ritme is van de Kameroenezen. Wat vaststaat is dat ze allemaal verschrikkelijk vroeg op staan. De meesten gaan elke morgen om 5 uur naar de kerkdienst. De dag shift in het ziekenuis begint om 8 uur, maar om 7 uur houdt de administrator van het ziekenhuis een ‘morning devotion', wat eigenlijk neerkomt op een kerkdienst van een uur met een flinke preek en liederen die tot in de oneindigheid worden herhaald. De administrator is de baas van het ziekenhuis en ook de predikant van de apostolic church in Banga. Shifts duren tot 5 uur, en in die tijd doen de artsen en zusters ongeveer het werk wat wij in Nederland in een uur of 3 of 4 zouden doen. Bezoekers komen niet op afspraak, maar allemaal tegelijkertijd.
Ik zit vanwege mijn onderzoek vaak bij de maternity, waar zwangere vrouwen op consult komen en bevallen. Daar wordt op woensdag altijd de check up gedaan bij zwangere vrouwen. Dit gaat meestal om een groep van rond de 20. Ze zijn dan allemaal om 9 uur 's ochtends aanwezig. Ze worden dan allemaal omstebeurt gewogen. Als dat klaar is, wordt de bloeddruk bij allemaal gemeten. Als dat klaar is, wordt één voor één bloed afgenomen. Als de zuster klaar is met alle vrouwen, worden de consultboekjes doorgegeven aan een andere zuster die debuik en de hartslag van het kindje controleert. Dit gebeurt weer per persoon, na elkaar. Niks geen afspraak van een half uur op woensdagochtend, even snel tussen je werk door. Deze vrouwen trekken hun hele dag uit voor de check up.
Zo wordt wel meer geregeld in het ziekenhuis; mensen die naar de huisarts gaan maken van te voren geen afspraak. Ze komen gewoon en wachten totdat ze aan de beurt zijn. Dat kan wel eens een halve dag duren ja, maar geduld is survival technique number one in Kameroen!
Goed, om verder te gaan met de dag van een ziekenhuis medewerker, lunchen is niet gebruikelijk in Kameroen, dus de eerste keer dat men eet na het ontbijt is rond een uur of 7 tijdens het diner. Vaak wordt er nog gekookt op houtvuurtjes. Soms binnen als er ruimte is, maar vaak buiten. Dingen die hier gebruikelijk zijn om te eten zijn cocojam, rijst, fufu, gari, kip en (gedroogde) vis. Cocojam is een wortel van een plant die smaakt als aardappel maar wat harder van structuur is (een beetje een uitgedroogde aardappel feeling zegmaar). Cocojam wordt vaak gegeten met stoofpot. Fufu doet een beetje denken aan couscous en is gemaakt van maismeel. Gari wordt gemaakt van cassave. Kip koop je levend, doodt je zelf, stop je met veer en al in de pan (dan koken de veren er zo makkelijk af) en eet je volledig op, tot de organen en botten aan toe. De galblaas wordt echter niet opgegeten, dat is namelijk heel bitter. Gedroogde vis vind ik gewoon goor. Gelukkig is er ook veel verse vis, waarvan de ogen volgens Kameroenezen het lekkerst zijn, maar dat heb ik nog niet durven proberen. O, ik zou bijna vergeten te vertellen over mijn nieuwe favoriet in etensland: fishpie! Dat is een deegpakketje met daarin een prutje waarvan ik geen idee heb wat het is, maar er zit in ieder geval vis in. Je kan het overal kopen op elke straathoek, voor iets van 15 cent en het is echt heerlijk! Zuivel is heel moeilijk te krijgen, alleen als mini verpakking met ont-zet-tend veel suiker. Melk wordt gemaakt van melkpoeder. Mijn dagelijkse bakje yoghurt ben ik denk ik wel het meest aan het missen nu.
Ja, en dan moet er natuurlijk ook nog gewassen worden. Een dagje niet wassen is hier niet echt een optie. Wij in het guest house hebben veel geluk met onze douche, maar eigenlijk gebeurt het hier in de rural area's het meest dat mensen zich gewoon met water uit een ton en een emmertje wassen. Ik ben er ook achter gekomen dat er superveel dorpjes bestaan waar dus geen elektriciteit en stromend water is. Beeld je maar eens in hoe leven er dan uitziet.
Ik heb er eigenlijk geen idee van hoe laat de mensen hier gemiddeld slapen. Ik ga meestal rond een uur of 10, half 11 naar bed omdat de hitte je echt compleet uitput, maar ik geloof dat mijn buren daar geen last van hebben. Ik ga naar bed en sta op met CNN die keihard uit de tv knalt. (Niet veel mensen hebben een tv, en dan uitgerekend de buren..) Ik blijf in ieder geval goed op de hoogte van het nieuws, zal ik maar zeggen. Van een andere buurvrouw weet ik dat ze altijd om 8 uur al slaapt omdat ze om 4 uur 's nachts op staat. Het is een beetje afhankelijk van de persoon hoe laat je gaat slapen denk ik. Voordeel van een zwarte huid is dat er geen wal onder hun ogen te bespeuren valt!
Quote van de week: Claire en Rosanne, twee co-assistenten zijn klaar met hun stage en gaan weer naar Nederland. Emilia, onze buurvrouw en schoonmaakster belooft een traditioneel Kameroenees afscheidsdiner te koken, mits wij de boodschappen doen. Het traditionele eten in Kameroen is heel vet , dus we vragen voor de zekerheid hoeveel olie Emilia denkt te gebruiken. Zij antwoordt: 'Oh, helemaal niet veel deze keer, maar een halve fles!'